Friday, October 28, 2011

Occupy en het Politieke Populisme volgens Merijn Oudenampsen

Op Donderdag 27 Oktober hebben we naar aanleiding van de tekst 'Politiek Populisme: spreken tot de verbeelding' van Merijn Oudenampsen gediscussieerd. Aanwezig waren: Alexander Nieuwenhuis, Merijn Oudenampsen, Samuel Vriezen, Klaas van Gorkum, Iratxe Jaio, Katja van Driel, Wouter Osterholt, Ernst van den Hemel, Daniel Rovers, Matthijs Ponte, Huib Haye van der Werf en Elke Uitentuis.

Volgens Merijn wordt het populisme irrationaliteit toegeschreven maar doet deze benadering geen recht aan de effectiviteit van de verbeelding van deze politieke stroming. Populistische politici zetten een verbeelding van de wereld in die teruggrijpt op het verleden. Zo maken zij gebruik van bepaalde ijkpunten in de politieke geschiedenis om er vervolgens een draai aan te geven. Ze eigenen belangrijke gebeurtenissen en symbolen toe die onderdeel zijn van de collectief nationaal geheugen en scheppen op deze manier een wereldbeeld dat zeer herkenbaar is. Door de historische gebeurtenissen binnen het kader van de populistische agenda te plaatsen, transformeren ze de betekenis en zorgen ze ervoor dat de identificatie met de desbetreffende symboliek zich steeds meer beperkt tot hun eigen specifieke doelgroep.

Er zijn er die beweren dat de politiek met de komst van de populisten democratischer is geworden omdat nu eindelijk de stem van het volk is doorgedrongen tot de politiek. Het is een visie die uitgaat van de autonomie van het individu. Alsof het volk een stem heeft die zonder beïnvloeding van buitenaf tot stand komt en propagandatechnieken geen enkel effect zouden hebben. Dat is een fantasma. Opiniepeilingen volgen het verhaal dat door de media wordt verspreid. Door handig gebruik te maken van symboolpolitiek en media vormen populisten een narratief voor Henk en Ingrid en andere hardwerkende Nederlanders.

De reactie van de oppositie op het populisme is vaak reactionair. Terwijl de populisten zich richten op een imaginair wereldbeeld, grijpt de oppositie terug op realisme. Dat maakt dat de oppositie conservatief afsteekt tegen de bravoure van de populisten die durven te breken met een vaststaande orde en de vastgeroeste patronen. We mogen een gebrek aan voorstellingsvermogen binnen de emancipatorische politiek concluderen. De vraag is nu of de Occupy beweging kan breken met deze machteloze houding en een eigen narratief kan creëren? En zou dit narratief dan in plaats van naar achteren te kijken, een blik op de toekomst kunnen werpen?

Rond de Occupy beweging zijn wel leuzen te horen die in zekere zin populistisch zijn, in de trant van ‘Het systeem deugt niet’ en ‘Het is goed dat het eens gezegd wordt’. Een andere overeenkomst is de weigering onderdeel uit te maken van de parlementaire kliek. Toch onderscheidt de Occupy beweging zich van de populistische retoriek door met nadruk identiteitsloos te zijn. Er is geen sprake van een voorman die voordoet dat hij de stem van het volk representeert. De beweging is meerduidig en ontwijkt daarmee de fictieve eenduidigheid die bijvoorbeeld Wilders ons voorspiegeld. De vraag is hoe lang deze openheid behouden kan worden. Is er een mogelijkheid te voorkomen dat de beweging zich kanaliseert en een samenhangend verhaal gaat produceren?

Door de vaagheid en het procesmatige karakter kunnen velen zich onder de paraplu van de beweging scharen. Wanneer een samenhangender verhaal zal worden geformuleerd is er een grote kans dat we vervallen in het sociaal-democratische begrip van pluriformiteit: een harmonisch stelsel van verschillende entiteiten. In de praktijk is gebleken dat binnen de representatieve democratie er veel mensen buiten het kader van de pluriformiteit vallen. Alleen de onderhandelaar die mee wil gaan met de mening van de ander kan binnen deze structuur gehoord worden. De Occupy beweging staat voor de uitdaging de meerduidigheid te communiceren en sexy te maken voor een groot publiek zonder deze af te kaderen of in te perken. Daarnaast is er een uitdaging gelegen in het opheffen van de depolitiserende werking van de onderhandeling die tot een consensus moet leiden. Hoe bestendig je een continuïteit van engagement wanneer sterk polariserende factoren, zoals het populisme, minder machtig zullen zijn?

We zullen vorm moeten geven aan iets dat geen vorm kent. 99% is het beeld dat op dit moment uitgedragen wordt. Interessant is dat het geen beeld betreft, maar een getal. Het is een abstract gegeven dat zich moeilijk laat duiden. De vage contour van de paraplu dient zich niet scherper af te tekenen als dat nu het geval is. Het utopisch denken wordt dan ook vermeden terwijl de zoektocht naar een nieuwe mogelijkheid wel degelijk centraal staat. Men wil voorkomen dat de mogelijkheid wordt vernauwd tot een enkelvoudig pad. Toch zou het goed zijn om een toekomstig beeld te kunnen schetsen. Een toekomstig beeld dat recht doet aan de fragiliteit, de meerduidigheid en de procesmatige aanpak van de Occupy beweging.

Elke Uitentuis