Friday, November 4, 2011

Over "A more perfect union" van Barack Obama

Verslag van de leesgroepsessie gewijd aan een beroemde toespraak uit Obama's verkiezingscampagne.

Van deze speech die Obama op 18 maart 2008 gaf, is gezegd dat die hem het presidentschap bezorgde. Het gaat nadrukkelijk in op zowel de beschuldigingen van zijn opponenten dat zijn kandidatuur een manier is om “de rassenkaart" uit te spelen, als op de roep om verantwoording af te leggen voor de controversiële uitspraken van zijn voormalig pastoor en campagnemedewerker, Reverend Jeremiah Wright. Hij doet dat door deze te duiden binnen de context van maatschappelijke ongelijkheden en raciale spanningen in Amerika, en eindigt zijn speech met een pleidooi aan het Amerikaanse volk om zich daar niet schaakmat door te laten zetten, en om met een blik op de toekomst gezamenlijk te werken aan het oplossen van maatschappelijke problemen, door het hervormen van bijvoorbeeld het onderwijs, gezondheidszorg, arbeidsmarkt, etc..

Alhoewel aan de speech een historische weerklank wordt toegekend, is het de vraag of deze niet vooral toegeschreven kan worden aan de vorm van de tekst zelf. Het is namelijk frappant hoeveel parallellen er te leggen zijn tussen deze tekst, en de rede van Bill Clinton bij diens aantreden als president van de Verenigde Staten. Het is duidelijk dat beide heren uit het kamp der Democrats zich hebben willen spiegelen aan hun legendarische voorganger: J.F. Kennedy. Die schreef zich ook de geschiedenis in door zich enerzijds op te werpen als de erfgenaam van een belangrijke Amerikaanse traditie, met verwijzingen naar het ontstaan van de Amerikaanse onafhankelijkheid en het tekenen van de Amerikaanse grondwet, en anderzijds als politieke vernieuwer die het huidige Amerika uit het slop zal trekken.

Ondertussen wordt in de tekst iedereen, van de rancuneuze blanke middenklasse tot aan de gefrustreerd zwarte onderklasse, te vriend gehouden. De retorische kracht waarmee de op handen zijnde “Change” wordt ingeluid, kan bij een zorgvuldige lezing niet verhullen dat ook deze presidentskandidaat zich niet zal kunnen ontworstelen aan de ijzeren logica van het Amerikaanse tweepartijenstelsel, die ervoor zorgt dat de status quo bewaard blijft, en radicale voorstellen afgezwakt worden tot milde hervormingen. Het is een logica waar zelfs Obama's eigen “radicale verleden” zich aan moet onderwerpen, het verleden dat hem als politicus gevormd heeft:
The church contains in full the kindness and cruelty, the fierce intelligence and the shocking ignorance, the struggles and successes, the love and, yes, the bitterness and bias that make up the black experience in America.
In deze beschrijving van zijn kerkelijke ervaringen is er voor elk wat wils. En zo kan elke vorm van radicaliteit verklaard en daarmee gedepolitiseerd worden. Haal de sociale achtergrond erbij, en je hebt gewoon weer de zoveelste voorbeeld van de worsteling die wij allemaal eigenlijk doormaken, elk op onze eigen manier. Het is een motief dat herhaaldelijk terugkomt, waarin een waarheid lijkt te worden verkondigd door extreme verschillen, of tegenstellingen, desondanks te blijven zien binnen één groot all-inclusive verband. My story is our story, en we werken met zijn allen samen aan een betere toekomst.

De hype rond Obama's “Change” reikte tot Nederland, en het moment van zijn uitverkiezing als president van de Verenigde Staten werd wereldwijd als een uniek en belangwekkend moment ervaren, niet in de laatste plaats omdat er voor het eerst een zwarte man zetel zou nemen in het Witte Huis. De moeizaamheid waarmee zijn voorgestelde hervormingen aan worden genomen, en de compromissen die hij daarbij heeft moeten sluiten, zullen hem toch echter vooral de geschiedenis in doen gaan als de presidentskandidaat die van “Change” een lege betekenaar maakte.

Het is dan ook niet ondenkbaar dat de Occupy Wall Street beweging, net als de Spaanse Indignados, niet zozeer is voortgekomen uit onvrede met politieke partijen waarmee men het toch al oneens was, maar juist uit een breed gedeelde teleurstelling in die partijen waarmee men ooit de meeste affiniteit voelde. In die zin is de beweging een uitdrukking van de crisis van politieke representatie, en verklaart dat wellicht waarom het zich zo moeilijk laat vangen in heldere, eenduidige eisen voor de politieke hervorming van onze maatschappij.

Klaas van Gorkum, 4/11/2011.